Als organisatie van deze wampex zijn we als een kind zo blij met de leuke reacties van zo vele deelnemers want, we doen het niet voor onszelf maar voor hen.
Misschien vindt u het aardig om ook eens een verslagje te lezen van hoe (iemand van) de organisatie zelf de voorbereiding en de uiteindelijke tocht heeft ervaren. Welnu, dit enigzins gekleurde verslag is een poging om deze ervaringen voor het nageslacht te bewaren.
Erg spannend was het, vooral de eerste avond. Gaat alles goed? Maken we blunders of schieten we een bok? Het begin was zenuwslopend met als toppunt van ellende de beenbreuk van Frederique Brouwer. Het gedicht in de kist bij de fietsen (“beenbrekende buntgraspollen”) bleek plotseling een vreselijke realiteitswaarde in zich te hebben. Tja, we zijn toen met z´n allen flink door de mosterd gehaald! Gelukkig is het bij dit ene (on)geval gebleven anders hadden we nu waarschijnlijk in therapie gemoeten.
Spannend was ook het rijden met een gewone auto op paden die amper verantwoord zijn. Met verlaagde bandenspanning, weinig gas en goed beleid viel het met vastlopen uiteindelijk wel mee alleen werd de auto zo vuil als hij nog nooit in z´n 17 jarige loopbaan is geweest. Door de modder viel hij ineens in een hogere klasse qua houderschapsbelasting. We waren als organisatie dan ook erg gelukkig met Hendrik “CASE” Kiers op de trekker: met recht onze fourwheeldrive hero! Drie hoeraatjes voor Henk!! Aan een zware ketting sleurde hij post F (Johan en Reinder) door de ergste Camel-trophy paden, bracht hij vlot en bruggen op hun plek en nog veel meer.
Als organisatie gingen we op de eerste avond toch nog lelijk door de mand, of beter, door de brug want een groepslid van “MOTS” knalde door een bruglegger en haalde zo een forse snoek. Toch was het ook gedeeltelijk eigen schuld want je moest kruipen en niet lopen: stelletje roekeloze waaghalzen! Met lood in de schoenen togen we naar de vernielde brug om die provisorisch te herstellen. Stel je voor dat het natte slachtoffer nog ter plaatse was en ons wel even “het leksum” zou leren! De soep werd ook nu weer niet zo heet gegeten als opgediend en zonder pak rammel konden we gniffelend weer verder.
Lachen gieren brullen was het bij post B, de fietsen met de black-box. Sommigen peddelden alsof ze de Tour de France nog van plan waren te winnen terwijl dat echt niet nodig was. Anderen deden een poging om hun teammaten aan rugklachten te helpen door op hun dooie akkertje het van flauwekul doorspekte gedicht op te pennen. Ook dit was overbodig!! Regel 1, de gratis tip, luidde namelijk: “De meest opvallende woorden vormen het vervolg van de route”. De oplossing was even simpel als doeltreffend: “Volg asfaltpad in noord-oostelijke richting tot refector en”. “Verdikkeme!, die rotroute is niet compleet!” was een veel gehoorde geïrriteerde reactie van noeste lezers. Nog maar eens lezen tot groot ongenoegen van de zwetende en zwoegende dragers en de malende Joop Zoetemelken op de afgetrapte fietsjes. De oplossing was “reflectoren”, dus meer dan 1! Veel groepen waren al zo blij dat ze 1 oranje reflector hadden gevonden en snelden op dat punt dan ook letterlijk en figuurlijk het bos in met als resultaat een letter op papier die ze helemaal niet moesten hebben. Ietwat flauwig grapje, geven we grif toe, maar ja, zo zijn we nou eenmaal. Het was trouwens een pak van ons hart dat de wrakke tweewielers (allebei afgeschreven en slooprijp) het hebben uitgehouden onder het barstende deelnemersgeweld.
Als royaal gebaar gaven we letter 4 in de black-box weg maar men leefde zich zo in de poëzie in de doos in dat die letter vaak schromelijk werd gemist: hi, hi, hi.
Volgende jaar gegarandeerd weer (nieuwe) grapjes.
De bekende groep Volgas kwam, enigzins verbouwereerd, via een wel heel ongebruikelijke route bij de fietsen terecht: volgas skuun over skieve door het kletsnatte “Kleine Veen”. U moet weten dat dat een weg is die door de organisatie in een eerder stadium als “hondsberoerd” en “mensonterend slecht” was verworpen. Deze groep presteerde het dus toch om tot de middel door de modder baggerend bij post B te komen. Je moet er maar van houden!
De delen van de tocht die over maisakkers voerden waren echt iets voor de liefhebbers van ouderwets turftrapperswerk (en dan volgens de “natte Gieterse” methode. Zelf ben ik enkele keren puur uit nieuwsgierigheid, om te weten wat de deelnemers aandeden, de maisakkers overgestoken en ik moet zeggen dat de situatie me uitermate tevreden stemde: lekker zware, natte smeuiige grond met weinig draagkracht en diep ingespoord. De modder zat tot in m´n laarzen en in 1 van de trekkersporen haalde ik zelfs een natte poot. Met enig leedvermaak zag ik bij de start de meest fijne bergschoenen en zelfs flitsende Nike-Air´s! Dat kon nog leuk worden!
Nog een alleraardigst tafereel was het moment dat de “Fjirkers” vertrokken. In dat team liep een collega van me mee: Theunis Osinga. Op kantoor vertelde hij me dat ze al zo veel ervaring met wampex-lopen hadden opgedaan dat instinkers als “via de verkeerde deur het gebouw verlaten” hun als ouwe rotten in het vak niet meer zou overkomen. Groot was mijn vreugde toen ik hun via de verkeerde uitgang zag starten! Met een brede grijns heb ik ze vooral veel succes gewenst: het eerste kwartier straftijd hadden ze, zonder het zelf te weten, aan de broek! Een goed begin is, zoals zo vaak, het halve werk.
Leuk en nuttig speelgoed waren de portofoons voor ons en de posten. Alle posten konden horen wat je zei en dus meegenieten met de lariekoek die de ether werd ingeslingerd. Menig verhaal werd flink aangedikt. Hilbrand en Jantsje op post B die zogenaamd onder de modder kwamen te zitten door een langsscheurende auto, de Grolloër die op het vlotje bij post A en een nat pak haalde. Achteraf bleken het stormen in een glas water. Thys met z´n taxibusje kon er ook wat van. Herhaaldelijk vroeg hij om de trekker omdat hij muurvast zat terwijl dit natuurlijk weer eens niet het geval was. Ook imiteerde hij als een papegaai Johan of anderen.
Hendrik-Jan, onze gewaardeerde voorzitter, had juist voor de wampex zijn ouwe afgetrapte brik ingeruild voor een nieuwe auto gekocht en wel een heuse Primera SGX met automatische 4 traps automaat, bergversnelling en kick-down. Waarschijnlijk had hij kort voor de wampex eens zijn ledematen geteld en geconcludeerd dat hij voor het gelijktijdig autorijden en contact houden via portofoon of telefoon eigenlijk drie handen nodig had. Een automaatje is dan dè oplossing, vandaar. Slimme jongen met een vooruitziende blik.
Vrouwen aan de starttafel vormen het fraaie boegbeeld en visitekaartje van de stichting Wampex Nederland. Ineke en Diana waren vriendelijk, correct en behulpzaam naar de deelnemers toe. Hulde hiervoor! André Postma bij de finishpost was de centrale figuur bij het zoeken en speuren naar ronddolende ploegen. Met z´n bekende droge humor (en dat tijdens een uiterst natte wampex!) lootste hij ploegen naar het busje, hield iedereen op de hoogte en nog veel meer! Lange tijd is er gezocht naar een aantal ploegen van de jeugdvereniging “Met Gods hulp” uit Noordbergum. Bij het begin van de Disney-route werd de verloren gewaande troep jeugd teruggevonden. De stemming zat er nog goed in! Al zingend vervolgde men de tocht. Wat wel opviel is dat de jeugd tegenwoordig blijkbaar geen tijd heeft voor het lezen van stripboeken of het kijken van televisie want de kennis van Disneyfiguren was ronduit bedroevend. Een slimmerik merkte op dat de “Lion King” geen Disney was en Scooby Doo waarschijnlijk wel! Een hopeloos geval, dunkt ons.
Van de pittige Sjoko-Quizz hebben we niet veel gehoord. Sommige deelnemers schijnen wel zachtjes te hebben gebaald dat het antwoord C moest zijn: de langste van de drie. Ach je laat je als echte wampex-bikkel toch ook niet kennen op zo´n moment. Zeker niet als je van enkele vriendelijke dames (Dineke, Diny, Marjan, Hanneke) een kop dampende chocolademelk krijgt voorgeschoteld! Nog een appel achter in je strot en verder maar weer, nog 10 kilometer te gaan. Toch was de tocht in eerste instantie nog 2000 meter langer hoor! We hebben er, omdat Johan bij het proeflopen echt de tong op de schoenen had hangen alles aan gedaan om hem, zoveel als maar mogelijk was, in te korten.
Bloedstollend waren de taferelen die zich afspeelden toen groepen (vòòr de oleaat) niet de correcte doorsteek tot de asfaltweg maakten met als resultaat dat het nietsvermoedende volkje midden tussen het woest en wild gedierte terecht kwam en dat zelf ook nog leuk en spannend vond! Fout-wampies op de 2e en 3e avond hielpen wel iets maar toch bleven er hardnekkige cowboys die het gevaar willens en wetens domdriest opzochten. De zuidpijl op de oleaat legde ook menigeen jammerlijk in de luren met als resultaat wel erg snel chocolademelk.
De doorsteek tot het ven (na de rood-witte lintenroute) vormde voor sommige groepen (waaronder de kersverse ploeg “Wat er ook gebeurt”) een niet te volbrengen opdracht en zo struinde men over het finaal kapotgereden pad aan de westkant van het bos naar post C. Eigen schuld, is alles wat we hiervan zeggen. Slordig kompaslezen slaat je vroeg of laat genadeloos voor de kont. Anderen ontdekten het vennetje pas toen ze er volgas tot de knieën in waren gelopen! Vermakelijk dat soort gebeurtenissen.
Koud was het bij tijd en wijle, vooral op post C bij Jantina die met haar Cliootje via een smal fietspad al laverend en op risico van de stichting haar stekkie had opgezocht. Nee, dan post D, waar we onze vrienden “P2” en Jint Martijn op de 2e avond konden begroeten. Genoegelijk zat men daar in de royale Passat van “P2” de ploegen af te wachten. Ronduit waterkoud en guur was het bij post F (drijfbrug bij de ijsbaan). Johan en Reinder waren vooral op avond 2 zowat vernikkeld. Toch gingen de twee iedere avond weer te vroeg naar hun post omdat dat volgens Johan “wol gesellich is juh”.
Dan Frans Pool, die had een echte Zibro-Kamin in z´n bus staan en zat er op de tweede avond letterlijk warmpjes bij. Op de derde avond hadden hij en z´n broer Willem (post B fietsen) echter pech want vrouwlief Hanneke had de fijne “Zibro” meegenomen naar de choco-post en Frans met een hopeloze onklare petrolëumstinker achtergelaten. De hele bus en de heren zelf leken wel tegen houtworm behandeld zo stonk de handel. Al blauwbekkend hebben de heren toen maar in hun lot berust en de tijd al klappertandend uitgezeten.
Anne Brouwer bemande op de derde wampex-avond samen met zijn vrouw post A, het vlot op de camping. Onder hun toeziend oog leden enkele deelnemers schipbreuk op het wankele vlotje, sommigen met rugzak en al. Een van de deelnemers ging zelfs staande ten onder. Het drijfvermogen van de vlotjes slonk gaandeweg de tocht omdat het piepschuim van de drijvers afbrokkelde. Bijzonder veel respect hebben we voor twee deelnemers die samen op het vlotje plaatsnamen en droog te overkant haalden. Zeker aan het “Montignac-cen” geweest! Ons is dat nog nooit gelukt!! De minder gelukkigen (zij die te water gingen) verschoonden zich en vervolgden de tocht. Goed zo!
Terugkijkend op de eerste wampex kunnen we stellen dat we blij zijn dat uiteindelijk alles vrij gladjes is verlopen en er, op Frederique Brouwers beenbreuk na, geen echte ongelukken zijn gebeurd. Blij zijn we ook met de periode van rust die er nu volgt want het was zwaar, intensief en bij tijd en wijle knap stresserig.
Langs deze weg willen we iedereen bedanken die deze wampex mede mogelijk hebben gemaakt en dan met name de mensen die op de posten zulk belangrijk werk hebben verricht. Ook u als deelnemers willen we bedanken voor uw komst en het in ons gestelde vertrouwen. We hopen u uiteraard volgend jaar opnieuw te mogen begroeten. We kunnen alvast een tipje van de wampex 2001 sluier oplichten:
1) er zullen een aantal nieuwe routes en opdrachten, waarin het groepsaspect erg belangrijk is, in de tocht zitten;
2) er is waarschijnlijk snert aan de finish en chocolademelk ongeveer halverwege;
3) de tocht is niet gegarandeerd vrij van “instinkers”.
met vriendelijke wampex-groet,
Jan van der Velde